Openbare wegen in de zin van de Wegenwet mag een eigenaar in principe niet afsluiten. De eigenaar heeft namelijk het verkeer te dulden. Maar, hoe zit het met de andere duldplichten die openbaarheid met zich brengt. Welke werkzaamheden en voorwerpen vallen onder de duldplicht uit de Wegenwet? Valt een reconstructie bijvoorbeeld hieronder? En welke voorwerpen precies? In dit artikel leg ik het uit.
Duldplichten Wegenwet
De eigenaar van een openbare weg heeft alle verkeer over de weg te dulden voor zover dit niet door de aard van de weg (bijv. een voetpad) of wetgeving (bijv. ´verboden voor motorvoertuigen´) wordt beperkt. Deze plicht volgt uit artikel 14 lid 1 Wegenwet en is één van de duldplichten die op een eigenaar van een openbare weg rust. Belangrijke andere duldplichten volgen uit artikel 14 lid 3 Wegenwet en hebben betrekking op werkzaamheden en voorwerpen. Hieronder leg ik uit welk werkzaamheden en voorwerpen vallen onder deze duldplicht uit de Wegenwet.
Naast alle verkeer heeft de eigenaar volgens de wet te dulden:
- alle werkzaamheden tot onderhoud of verbetering van de weg,
- werkzaamheden in het kader van aansluiting van wegen en
- het plaatsen van voorwerpen in, op of boven zijn eigendom ten behoeve van het verkeer te dulden.
Als het eigendom, onderhoud en de wegbeheerdersrol bij dezelfde partij liggen, zullen deze duldplichten niet tot discussies leiden. Dit kan echter anders zijn wanneer de eigenaar bijvoorbeeld een particulier is, en het onderhoud en de wegbeheerdersrol bij de gemeente liggen. De (particuliere) eigenaar zal dan een zekere inbreuk op zijn eigendomsrecht moeten dulden. Hierbij gelden echter wel kaders, die ik hieronder verder toelicht.
Werkzaamheden vallen onder duldplicht
Vanzelfsprekend is het van belang dat een onderhoudsplichtige noodzakelijke werkzaamheden aan een openbare weg kan uitvoeren. Deze werkzaamheden moet de eigenaar dus toestaan. Dit geldt ook wanneer de eigenaar hier niet achterstaat. Aangezien de werkzaamheden een inbreuk op het eigendomsrecht van de eigenaar betekenen, moet wel steeds duidelijk zijn dat de werkzaamheden strekken tot onderhoud of verbetering. In de praktijk wordt hier regelmatig een discussie over gevoerd, bijvoorbeeld wanneer sprake is van een reconstructie.
Reconstructie
Werkzaamheden in het kader van een reconstructie vallen in beginsel onder het verbeteren van de weg. Dit betekent dat de eigenaar van de openbare weg deze werkzaamheden heeft te dulden (Rb. Haarlem 15-10-1993, ECLI:NL:RBHAA:1993:AH4369).
De inbreuk op het eigendomsrecht die de eigenaar in het kader van reconstructiewerkzaamheden heeft te dulden is echter niet onbeperkt. Het geheel verleggen van een weg valt bijvoorbeeld buiten het bereik van artikel 14 lid 3 Wegenwet. Dit volgt uit de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 december 2006 (ECLI:NL:RBROT:2006:AZ6223) waarin de gemeente van plan was een weg voor een groter gedeelte op het perceel van de eigenaar te leggen. De rechtbank overwoog:
‘’Op grond van artikel 14 Wegenwet heeft [eiser] onder meer te dulden “uitvoering van alle werken tot onderhoud of verbetering van den weg”. Weliswaar kan het verleggen van de weg een verbetering zijn, doch dat is naar het oordeel van de rechtbank niet een te dulden verbetering die binnen het bereik van artikel 14 Wegenwet – dat ziet op (kort gezegd) het dulden van uitvoering van werkzaamheden aan de weg en het dulden van gebruik dat door weggebruikers van de weg wordt gemaakt – valt.’’
Aansluiting van wegen en uitwegen vallen onder duldplicht
Ook ten aanzien van de duldplicht voor werkzaamheden in het kader van aansluiting van wegen is een beperking te noemen. Deze duldplicht houdt namelijk niet in dat de eigenaar de aansluiting van wegen op zijn openbare weg moet dulden. De eigenaar moet alleen de werkzaamheden voor aansluiting dulden indien hij al geaccepteerd heeft dat een weg op zijn openbare weg wordt aangesloten. Het is dus van belang dat de eigenaar op de eerste plaats toestemming geeft voor de aansluiting. Uitsluitend de werkzaamheden die vervolgens worden uitgevoerd om deze aansluiting mogelijk te maken, vallen onder de duldplicht.
Voorwerpen ten behoeve van het verkeer vallen onder duldplicht
Tot slot verplicht artikel 14 lid 3 Wegenwet de eigenaar voorwerpen in, op of boven zijn eigendom te dulden voor zover deze het verkeer dienen. Ten aanzien van deze bepaling volgt uit de parlementaire geschiedenis dat voorwerpen zoals elektriciteitsmasten en waterleidingen niet binnen het bereik van lid 3 vallen. Artikel 14 lid 3 Wegenwet verplicht de eigenaar dus niet om deze voorwerpen op zijn eigendom te dulden.
In het geval van nutsvoorzieningen is het redelijk duidelijk dat dit geen voorwerpen zijn ten behoeve van het verkeer. Hiermee is echter nog niet uitputtend de betekenis van deze bepaling toegelicht. Het feit dat de Wegenwet een oude wet is, is hiervan de oorzaak. Ten tijde van de vaststelling van de Wegenwet bestonden sommige voorwerpen simpelweg nog niet.
Een voorwerp welke duidelijk aanwezig is ten behoeve van het verkeer, is een verkeersbord. De duldplicht kan echter ook minder voor de hand liggende voorwerpen omvatten. Zo heeft de (toenmalige) rechtbank Arnhem bij uitspraak van 29 april 2004 (ECLI:NL:RBARN:2004:AP4227) geoordeeld dat een eigenaar had te dulden dat na een reconstructie van een weg een bushokje en een prullenbak op zijn perceel werden geplaatst.
Meer weten?
Naast alle verkeer heeft de eigenaar diverse werkzaamheden en voorwerpen ten behoeve van het verkeer te dulden. Welke werkzaamheden en voorwerpen vallen onder de duldplicht uit de Wegenwet? In dit artikel heb ik enkele punten toegelicht die hierbij richting geven. Is uw vraag hiermee nog niet beantwoord? Neem dan geheel vrijblijvend contact met mij op.