Wat is een weg volgens de Wegenwet? Artikel 1 Wegenwet bepaalt dat de Wegenwet alleen van toepassing is op openbare wegen. De definitie daarvan bestaat uit twee elementen waarvan er maar één in de wet zelf is geregeld. In artikel 4 Wegenwet is bepaald wanneer een weg openbaar is.
Definitie volgens de Wegenwet
De Wegenwet bepaalt niet wanneer een iets een weg is in de zin van die wet. De opsomming in artikel 1 lid 2 geeft ‘slechts’ aan wat mede onder wegen moet worden verstaan en is dus niet volledig. Uit de geschiedenis van de wet (Kamerstukken II 1929/1930, nr. 99a, blz. 1) blijkt dat de wetgever een afzonderlijke definitie niet nodig en niet gewenst vond, omdat voornamelijk door de praktijk zelf wordt bepaald wat als weg moet worden beschouwd. In een uitspraak van 5 maart 2008 (ECLI:NL:RVS:2008:BC6035) heeft de Afdeling deze ‘praktijk’ geconcretiseerd. Naar het oordeel van de Afdeling zijn wegen in de zin van de Wegenwet: “verkeersbanen die een functie vervullen ten behoeve van het afwikkelen van het openbare verkeer en die derhalve naar hun aard of functie een grote, onbepaalde publieksgroep dienen”.
Kortom: lang niet alle paden, wandelroutes, sporen en geasfalteerde stroken grond worden door de Wegenwet als weg beschouwd. Deze vervullen lang niet allemaal een functie voor het afwikkelen van het openbare verkeer. Lang niet alle wegen worden door een grote en onbepaalde publieksgroep gebruikt.
Doodlopende weg
Een doodlopende weg past bijvoorbeeld niet binnen boven genoemde definitie volgens de Raad van State. Een stuk straat dat alleen door enkele woningen als uitweg wordt gebruikt is volgens de Raad van State geen weg, zo blijkt uit de uitspraak van 17 februari 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:386). Uit dezelfde uitspraak blijkt dat dit ook niet anders wordt als de weg behalve door de aanwonenden ook wordt gebruikt door hondenbezitters, een schapenhouder en kerende automobilisten. Dat gebruik wordt volgens de hoogste bestuursrechter niet aangemerkt als afwikkeling van het openbare verkeer.
Doorlopende weg
Een doorlopende weg is voldoet vaak wel aan de vereisten. Ook andere weggebruikers dan de aanwonenden kunnen en zullen (normaal gesproken) een doorgaande route gebruiken. Er is dan al snel sprake van een weg die naar aard en functie een onbepaalde en grote publieksgroep dient.
Toch kunnen ook doorlopende wegen buiten de definitie van de Raad van State vallen. Dit is met name het geval indien de route alleen een recreatieve functie heeft (lees hierover mijn andere blog waarin ik toelicht waarom bospaden vaak niet openbaar zijn).
Conclusie
Niet alle wegen zijn een weg volgens de Wegenwet. Met name doodlopende wegen kwalificeren vaak niet als weg in de zin van de Wegenwet. Als blijkt dat een traject ook volgens de Wegenwet een weg is, moet vervolgens worden bekeken of de weg ook een openbare weg is.